Precompetitieve samenwerking staat centraal in innovatieagenda

Nieuws

4 oktober 2022
Business

Precompetitieve samenwerking staat centraal in innovatieagenda

‏De innovatieagenda die de mediabedrijven hebben gepresenteerd tijdens de Dutch Media Week, mag gerust een mijlpaal voor de sector worden genoemd. De 15 bestuurders van mediabedrijven die deel uitmaken van de Industrietafel, is het gelukt om een gezamenlijke visie te formuleren en te vertalen naar een agenda voor vernieuwing. Precompetitieve samenwerking staat centraal.

Innovatie is een ‘fact of life’ voor de media-industrie. Media-organisaties hebben altijd al moeten innoveren, net als de rest van het bedrijfsleven. In de afgelopen decennia is de behoefte aan innovatie in de mediasector echter zowel dringender als uitdagender. Dat komt vooral door de toename van tempo en omvang van de technologische vooruitgang.

Content en technologie

Technologie stond in het verleden los van het creëren van content en was er ook ondergeschikt aan. Het was een middel om content te genereren. Technologie was belangrijk, maar de aandacht ging vooral uit naar het bevorderen en toepassen van creatieve vaardigheden en capaciteiten. Maar de laatste jaren zijn de grenzen tussen het creëren van inhoud en technologie vervaagd. De twee zijn met elkaar verweven geraakt.

Technologie en contentdistributie, techneuten en redactionele processen zijn een symbiose aangegaan. IT’ers en developers die vroeger een ondersteunende functie hadden, staan nu centraal in creatieve processen. Mediabedrijven zijn voor een belangrijk deel technologiebedrijven, en technologische vaardigheden en innovatieve capaciteiten worden snel even belangrijk als inhoudelijke capaciteiten. Bij innovatie die bepalend is voor het succes van mediabedrijven, draait het steeds vaker om de combinatie van content en technologie.

Concurrentie

Veel bedrijven en organisaties – uiteraard ook in de media – werken zelfstandig aan innovaties. In veel gevallen is dat slim omdat het concurrentievoordeel oplevert. Sommige vraagstukken zijn echter zo relevant voor iedereen dat samenwerking voor de hand ligt. De uitdagingen kunnen ook zo groot en nieuw zijn dat de kennis en financiën beter samen kunnen worden opgebracht.

In beide gevallen kan het verstandig zijn om samen kennis en technologie te ontwikkelen, op een manier die ieders kansen om de oplossing te kunnen uitvoeren doet toenemen. Dat heet ‘precompetitieve samenwerking’, ook wel ‘coopetition‘ genoemd. Dat is waar het bij de gezamenlijke innovatieagenda van de mediasector ook om draait.

Data

Een van de grote uitdagingen voor de mediasector waar samenwerking logisch lijkt, is data. En dan met name het privacy-aspect. Om privacyschendingen van dominante techspelers als Google en Facebook tegen te gaan, is er wetgeving gekomen. Die regels schaden echter ook de economie. Daar komt bij dat de publicatiespelregels en verdiencapaciteit van contentmakers worden bepaald door de grote techplatformen. Er is steeds meer behoefte aan een internet met een open en decentraal karakter waarbij de mens het middelpunt is.

De mediasector wil nu het voortouw nemen in de ontwikkeling van de decentrale data-infrastructuur. Het ontwikkelen van een persoonlijke datakluis staat daarbij centraal, blijkt uit de gezamenlijke innovatieagenda van de mediasector. De persoonlijke datakluis is een concept dat uitgaat van opslag van persoonlijke gegevens in een eigen beschermde omgeving. De gebruiker beheert zelf de ‘sleutel’ en krijgt volledige regie over het gebruik van persoonlijke gegevens. Zo kan de gebruiker zelf bepalen welke organisaties wanneer en voor hoelang toegang krijgen tot z’n data en houdt de consument ook een beter overzicht wat waar is opgeslagen.

De drie pijlers van de innovatieagenda in beeld 

Publiek-private samenwerking

In Vlaanderen is al een dergelijk initiatief gestart. Daar is – vooral gedreven door de publieke sector – een datanutsbedrijf opgezet. De innovatieagenda kiest voor een iets andere aanpak. De datakluis van de mediasector is een nauwe samenwerking tussen publiek en privaat. Daarbij ligt de focus op markttoepassingen. Daarnaast kan volgens de mediabedrijven de combinatie van betere gegevensbescherming en rijkere datakoppelingen ook zorgen voor een positief maatschappelijk effect. De persoonlijke datakluis is wellicht ook een oplossing voor andere sectoren en onderwerpen, zoals de gezondheidszorg en de energietransitie.

De nieuwe data-infrastructuur zou Nederland ook onafhankelijk maken van Big Tech of nieuwe dominante spelers. En er kan een hele nieuwe dienstenlaag op deze infrastructuur ontstaan. De datakluizen bieden ook kansen om diensten beter af te stemmen op een completer profiel van gebruikers. Ze bevatten immers rijkere en ruimere data dan alleen door één mediabedrijf verzamelde gebruiksgegevens. Ook voor adverteren heeft het voordelen. Advertenties kunnen worden gebaseerd op ruimere data en veel gerichter zijn vanwege de expliciete toestemming die gebruikers geven voor het verlenen van toegang tot hun datakluis.

Nieuws

Nieuws is nog zo’n gebied waar de mediasector voor gezamenlijke uitdagingen staat. Desinformatie en het afnemende vertrouwen in de journalistiek in sommige groepen, zijn maatschappelijk ontwrichtende fenomenen. Betrouwbaar, gefactcheckt nieuws bereikt niet alle groepen meer in de samenleving. Dit alles vraagt om oplossingen. Ook hier is precompetitief samenwerken een wens van de mediabedrijven.

Als het gaat om oplossingen op het gebied van nieuws, willen de mediabedrijven zich concentreren op drie onderwerpen. Daarbij gaat het onder meer om het vinden van een antwoord op de verspreiding van desinformatie. Ook het bestendigen van de pluriformiteit en het vertrouwen in de journalistiek staat hoog op de agenda. De mediabedrijven willen blijven aansluiten bij verschillende publieksgroepen, met name jongeren, om ze het vertrouwen in de journalistiek te laten behouden.

Content en productie

Bij de derde en laatste pijler van de gezamenlijke innovatieagenda van de mediasector gaat het om content en productie. Nederland heeft een voortrekkersrol in contentontwikkeling en distributie. De mediabedrijven willen die positie versterken en uitbouwen. Ze denken dan met name aan nieuwe contentvormen als AR en VR en ‘immersive‘. Maar ook de productieprocessen zelf kunnen worden geoptimaliseerd, bijvoorbeeld door het gebruik van AI.

Daarvoor is nodig dat AI beter kan omgaan met de Nederlandse taal. De mediabedrijven vinden het niveau van de Nederlandse taalherkenning nog te laag. De Nederlandse mediasector kan de ontwikkeling zelf versnellen met behulp van haar jarenlange ervaring, het enorme video-archief en de duizenden regels aan script die als leerset kunnen worden gebruikt.

Gametechnologie

Het ontwikkelen van virtuele technologie is ook een speerpunt bij content en productie. De mediabedrijven denken aan een productiehub waar met gametechnologie en state-of-the-art productiefaciliteiten nieuwe content kan worden gemaakt. Ook gaat het om de inzet van virtuele presentatoren en ‘digital twins‘.

Natuurlijk komt ook de metaverse aan bod in de innovatieagenda. De mediabedrijven zien mogelijkheden om samen een technische onderlaag voor deze virtuele wereld te realiseren. Ze willen de virtuele werelden van verschillende producenten en zenders aan elkaar kunnen koppelen en zo Web3 ondersteunen.

Aan ambitie ontbreekt het in ieder geval niet in de innovatieagenda van de mediabedrijven. Dat is ontegenzeggelijk een flinke stap vooruit. Maar de grootste winst is wellicht dat de focus ligt op de gemeenschappelijke belangen en uitdagingen van zowel de publieke als private organisaties. Samenwerking, zonder de concurrentie uit het oog te verliezen, zou wel eens de sleutel kunnen zijn die de datakluis van oplossingen kan openen.

Bron: Media Perspectives

 

Lees ook het nieuws over andere Campus-gerelateerde onderwerpen

Meer nieuws